Familie Franzen
Opname Pieter Franzen in krankzinnigen gesticht Meerenberg in Bloemendaal
Pieter Franzen is net als zijn vader opgenomen geweest in Meerenberg het krankzinnigengesticht in Bloemendaal. In het medische dossier van zijn 1e opname in 1905 staat vermeld dat Pieter lijdt aan grootheidswaanzin en waanbeelden heeft. Hij had een kleermakersbedrijf in Anna Paulowna en in oktober 1905 wilde hij een huis kopen maar had daar de financiële middelen niet voor. Hij probeerde het geld bij elkaar te krijgen om een huis te kopen maar dit lukte niet. Hij kreeg last van waanvoorstellingen en grootheidswaanzin.
Hij dacht dat hij de koning was en dat hij alle huizen van het dorp gekocht had. Hij had grote plannen en wil steden bouwen, fabrieken stichten en wegen aanleggen. Hij noemde zich de vrede koning en verwachtte van de burgemeester een gouden kroon. Hij dacht dat hij heel rijk was en dus ook niet meer hoefde te werken. Op 1 november 1905 wordt hij opgenomen in Meerenberg een krankzinnigen gesticht in Bloemendaal. Bij zijn opname oogt hij rustig, maar is wel mager en bleek.
De dokters geven aan dat zijn ziekte waarschijnlijk komt door de financiële problemen en ook omdat zijn vader Jan Franzen wegens krankzinnigheid in Meerenberg heeft gezeten en dat Pieter daarom erfelijk belast is. Ook een broer en zus van zijn vader hebben in Meerenberg gezeten.
In het dossier staat het volgende vermeld:
Als hij praat dan doet hij dit op een uitleggende pedante toon. Hij denkt dat hij koning is en alles kan maken en dat alle mensen voor hem buigen. Dat alle mensen die geboren worden naar zijn beeld worden geschapen. Hij schrijft veel in het gesticht en denkt dat hij een boek kan schrijven in 2 uur. Ook schrijft een brief dat het een schande is dat hij als koning is opgenomen in een gesticht. Hij schrijft als zelfbenoemde koning een grondwet en zegt dat hij alles kan doen wat hij wil en wil de slechte mensen uit Nederland verjagen zodat alleen de goede mensen overblijven en Nederland beter wordt. Hij voelt zichzelf rijk en machtig.
Na ongeveer een half jaar wordt hij rustiger en is de grootheidswaanzin verbeterd. Hij wordt wel depressiever en stiller. Na een tijdje gaat hij ook werken in het gesticht en maakt zich zorgen om zijn gezin. Hij verblijft nog tot 7 februari 1908 in Meerenberg en gaat daarna weer terug naar zijn gezin. Deze zijn intussen verhuisd naar Schagen. Zijn oudste zoon Johannis uit zijn eerst huwelijk is intussen een kleermakersbedrijf begonnen in Schagen. Waarschijnlijk gaat Pieter hier ook aan het werk.
Het gaat daarna een hele tijd goed tot hij in 1915 opnieuw opgenomen wordt in Meerenberg, deze keer komt hij niet weer naar huis en hij overlijdt in 1922 in Meerenberg.